Mario Monti doet regeringsauto’s van Duitse makelij in de ban

Premier Mario Monti heeft besloten dat alle regeringsauto’s voortaan ooit in een Italiaanse fabriek geproduceerd moeten zijn. Italië is het land dat tot nu toe het meeste geld uitgeeft aan het wagenpark voor de overheid en het is tevens de regering met verreweg het grootste wagenpark ter wereld (zie afbeelding hieronder). Om aan deze verkwisting een eind te maken heeft Monti besloten dat er ook qua keuze het goede voorbeeld moet worden gegeven. Monti rijdt vanaf zijn eerste dag in Rome al rond in een Lancia Thesis. Hij schijnt bij zijn aanstelling als premier gezegd te hebben dat alle Duitse auto’s opgeborgen en verkocht dienen te worden en dat oude Italiaanse modellen van stal moeten worden gehaald. Behalve een hele vloot Thesis modellen en een beperkt aantal Croma’s van de laatste serie, horen daar ook nog een grote groep Alfa Romeo 166, Lancia Lybra en Lancia Kappa modellen bij (foto onder). Sommigen zijn door dit besluit zelfs weer gedwongen om een oude gepantserde Croma serie 1 onder het stof vandaan te halen (foto onder). Als symbool tegen de verkwisting van de regering Berlusconi, stapt Monti de komende jaren voor speciale gelegenheden in een ongebruikte gepantserde Quattroprote s1, die al sinds 2004 in de stalling staat omdat Silvio Berlusconi op de valreep de voorkeur gaf aan een A8, ondanks dat hij de drietand cadeau kreeg van Di Montezemolo.

Tussen 2009 en 2010 heeft de regering Berlusconi voor de ministers die dagelijks naar Palazzo Chigi rijden 56 auto’s aangeschaft in plaats van de noodzakelijke 43. De hoogst geplaatste ministers beschikten over 21 in plaats van 15 auto’s, waarvan niet een van Italiaanse makelij was. Afgezien van het  hoge consumptiegedrag van Silvio en zijn collegae, heeft dat laatste natuurlijk ook te maken met het feit dat er nauwelijks nog grote Italiaanse auto’s worden geproduceerd. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat dit in de nabije toekomst zal veranderen. De komst van de nieuwe Thema biedt weer perspectief, maar ook aanstaande topmodellen van Maserati en Alfa Romeo zullen weer beschikbaar zijn tussen 2012 en 2014. Tot die tijd moet er vooral in oudere auto’s worden gereden in opdracht van de huidige regering.

De aankoop van het wagenpark wordt altijd gedaan door de Consip, onderdeel van het ministerie van Financiën. Deze instantie heeft na jaren van geld smijten, nu de opdracht gekregen om zoveel mogelijk de hand op de knip te houden. In 2010 gaf het bijvoorbeeld meer dan 6 miljoen euro (belastinggeld) per jaar uit aan 225 chauffeurs en een aantal van 120 auto’s, die alleen voor de ministers van het kabinet bestemd waren. Dat is ongeveer 50.000 euro per auto per jaar (personeel, onderhoud, verzekeringen). Gemiddeld legt zo’n ministeriële auto maar 17.356 km per jaar af. Premier Monti laat nu alles in kaart brengen en zal flink gaan snijden in deze uitgaven.