Cassino Plant bewijs van vitale Italiaanse auto-industrie

Even voor kerst gingen de machines uit in FCA’s Cassino Plant. Niet vanwege een noodzakelijke productiestop om wat voor een reden dan ook, maar simpelweg omdat het werk erop zat. En alsof het een doodnormale werkdag was, is er ook nog een korte bespreking te bespeuren rond enkele exemplaren van de Stelvio, die voor het eerst volgens een routine aanpak zijn samengesteld. Het personeel en diens leidinggevenden kijken serieus maar voldaan en knikken instemmend over wat ze zien. De teamleden in werktenue met rode Alfa-kleur als onderscheidend element, overleggen met productiechef Sebastiano Garofalo. We schreven op AutoEdizione al eens over deze 67 jarige ‘man aan het front’ in dienst van FCA. Reeds 37 jaar een onmisbare kracht voor de leiding in Lingotto. Waar Garofalo is, worden nieuwe belangrijke stappen gezet, of het nu Pomigliano d ‘Arco, Melfi of Cassino is. De nieuwe Alfa Romeo Stelvio heeft onder zijn toeziend oog de ‘Job One’ fase goed doorstaan. De SUV is klaar om na het kerstreces in een hoger tempo van de band te rollen, als model dat klaar is voor leveringen op de markt. ‘Job One’ staat voor de generale repetitie voor de definitieve productiefase, waar elk nieuw model van FCA eerst doorheen moet. Niets bijzonders dus en pure routine, maar sinds de in Modena uitgedachte techniek voor de jongste generatie Alfa’s een feit is, is er in Cassino toch wel sprake van een nieuwe aanpak dat meer om het lijf heeft.

In FCA’s Cassino Plant werken momenteel 4300 mensen. Hiervan zijn 510 vrouw, is 60% gediplomeerd, 4% afgestuurd en komt 36% van het voorgezet onderwijs. Tot 2018 komen er 1800 werknemers bij. Momenteel worden er dagelijks gemiddeld 400 auto’s geproduceerd in Cassino, middels één ploegendienst. Deze zal in de loop van het eerste kwartaal van 2017 verdubbelen. Dan zullen er maximaal 1200 auto’s per dag van de band rollen. Met de productie van de Giulia en de Stelvio is een belangrijk plan, dat enkele jaren geleden werd gelanceerd tot voltooiing gekomen. En wie nog verder terug wil kijken, ziet dat Cassino vandaag de vrucht is van een moeizame maar succesvolle ommekeer binnen een gigantische structuur dat in 2004 nog op instorten stond. Een ommekeer via een intensieve overname van Chrysler en het doorbreken van aloude structuren op Italiaanse bodem, binnen en buiten het bedrijf. Hierdoor is de Italiaanse industrie vandaag de dag structureel gegroeid tot een jaarlijkse productiviteit vaan 1.015.000 eenheden, waarvan 821.651 op naam van FCA (898.647 inclusief CNHi). Dat terwijl een aantal jaren geleden nog het nationale dieptepunt werd gehaald van 658.000 in een jaar (2013).

Er zijn mensen die stellen dat een vitale auto-industrie in een land als Italië niet mogelijk is, maar Cassino is misschien wel het mooiste bewijs dat dit wel degelijk realistisch is. FCA heeft veel stappen ondernomen die toekomstgericht zijn en in Cassino zie je dat het beste terug. Maar ook Pomigliano d’Arco, Grugliasco, Melfi en Mirafiori, zijn voor deze toekomst weggelegd. Zo is in al deze fabrieken een flexibele productiewijze geïnstalleerd, zodat er binnen zeer korte tijd meer of geheel andere modellen kunnen worden gefabriceerd volgens de hoogste standaard. Iets wat in het verleden wel anders was en waar altijd buitengewoon hoge kosten aan verbonden waren. Over Pomigliano d’Arco gaan bijvoorbeeld al geruime tijd stemmen op, dat ook deze fabriek zich binnen enkele jaren geheel of gedeeltelijk op Alfa Romeo zal toeleggen. De volgende generatie Panda komt dan gewoon weer uit Polen.

In de fabriek waar in 1972 voor het eerst auto’s werden samengesteld (Fiat 126), heerst een unieke sfeer. De productiewijze is qua automatisering een voorbeeld voor de industrie als geheel. Terwijl in de Duitse bijvoorbeeld het accent nog geheel ligt op de verhouding tussen machines en andere machines, is bij FCA juist alles gericht op de verhouding tussen machine en persoon. Hierdoor worden veel minder fouten gemaakt en is kwaliteit een speerpunt waar veel meer uitgehaald wordt. Ook de Italiaanse robots zijn van de meest geavanceerde soort. De opbouw van een Giulia bestaat uit 50 laspunten, die in minder dan een minuut allemaal bewerkt zijn. De kans op een fout ligt op minder dan 1 op 1000 als het om de lasrobots van Comau gaat. In Cassino wordt uiteraard ook volgens het hoogwaardige WCM principe gewerkt, net als in alle andere FCA-fabrieken in het land. Teamleiders in alle fabrieken, inclusief de toeleveringsindustrie, hebben via de Smartphone contact om zo snel mogelijk te kunnen communiceren. Zodra de productielijn stil komt te liggen is iedereen op de hoogte en is een fout zo boven water. In Cassino gelden nog veel strengere normen om een zo hoog mogelijke kwaliteit te waarborgen. Het staat bovenaan het prioriteitenlijstje van de technici rond de productie. Elke Alfa ondergaat in totaal 17.000 controlemomenten. Iedere geproduceerde auto wordt twee uur lang getest op de weg. Daarvan zijn 8 kilometer op een circuit afgelegd en 32 op de openbare weg.

Gedurende deze beginfase van de nieuwe productielijnen in Piedimonte San Germano, zijn ook ingenieurs en technici uit Modena regelmatig bezoeker op de werkvloer. Zij zijn afkomstig van het (skunk)team dat vanaf het eerste uur bij het project ‘Giorgio’ betrokken is. De plannen in uitvoering met Alfa Romeo, vormen zo aan het begin van 2017 de realisatie van een totaal nieuwe industriële realiteit. De terugkeer van een dynamiek zoals Italië dat vooral gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw gekend heeft. Garofalo herinnert zich nog goed hoe dat in 2004 lichtjaren verwijderd leek, toen Marchionne hem in Mirafiori aansprak op de gang van zaken, die hem erg somber stemde. Een donkere lawaaierige productiehal, met plakkerige antislip vloeren. Dankzij Marchionne’s toewijding om deze industrie weer gezond te maken, zien we nu heel andere fabrieken, aldus de productiechef in Cassino. En bovenal is de CEO ook verantwoordelijk voor en een noodzakelijke cultuuromslag binnen het concern, wat aanvankelijk onmogelijk leek om te realiseren. Hij komt zelfs af en toe in zijn helikopter langs om direct met de werknemers te spreken over de gang van zaken. Dat was in het vroegere zeer elitaire en hiërarchisch georganiseerde Fiat totaal ondenkbaar. De vergaderzaal heette 100 jaar lang de ‘rapporteerzaal’ en teamleden spraken nooit met iemand anders dan hun directe leidinggevende. Tijdens vergaderingen werd dikwijls in het Piemontese dialect gesproken. In het bestuur van Cassino vandaag, zul je niemand vinden met een maatpak en een noordelijk accent. Er heerst een totaal andere cultuur binnen FCA, zonder gesloten kantoren op een hogere verdieping. Alles is nu rond de productie gesitueerd en volledig transparant. Die cultuuromslag zorgt er mede voor dat een fabriek als Cassino Plant vandaag de dag in een land als Italië überhaupt realiseerbaar is.

5 gedachten over “Cassino Plant bewijs van vitale Italiaanse auto-industrie

  • 2 januari 2017 om 23:38
    Permalink

    Ik heb mijn Giulia 2.0 benzina nu reeds een maand en ik kan beamen dat we hier voor de perfectie staan.
    Alles marcheert… nergens een foutje te merken..zelfs niet het allerkleinste. Het rijden is subliem. Je kan met deze 2.0 je vrienden in het grootste comfort naar hun bestemming brengen, zacht schakelend, stille motor, zachte vering. Maar zet hem in dynamic..en in manueel schakelen..en jaag hem in de toeren..Dan is er maar 1 woord: subliem!

    Beantwoorden
  • 3 januari 2017 om 14:57
    Permalink

    Louis, mag ik vragen wat je gemiddelde verbruik is tot nu toe en om wat voor omstandigheden (snelweg, binnenweg, stad) het gaat ? Diesel is hier in NL zwaar belast met extra motor rijtuigen belasting, dus diesel wordt steeds meer voor de echte veel rijders (meer van 35.000 per jaar).

    Beantwoorden
  • 3 januari 2017 om 17:19
    Permalink

    Hallo,

    Mijn Giulia diesel 180 PK heeft nu net 31.000 km.
    En is 3 maanden oud (firmawagen).
    Ook zeer tevreden, niet het minste probleem.

    Bij Squadra tuning kunnen ze het blok tot 243 pk krijgen, ik ben dit aan het overwegen.

    Denk dat er nog maar zeer weinig zijn die met de Giulia al meer dan 30.000 km achter de kiezen hebben, dus denk dat ik recht van spreken heb om te zeggen dat dit gewoon een prima auto is.

    Heb er veel bekijks, soms zelfs gênant.
    Dit terwijl ik mijn vorige 159 sportwagon TI veel meer vond opvallen.

    Groeten aan alle Alfisten

    Beantwoorden
  • 3 januari 2017 om 23:06
    Permalink

    Het verbruik? Ik heb nog maar 1000 km gereden en eerlijk gezegd kijk ik dat nauwelijks na. Voor de rit naar zee, 150 km heen en 150 km terug, heb ik trip A eens ingesteld en als eindresultaat stond er 7.1 liter per 100km. Heb wel altijd tussen 130 en 140 gereden. Dus dat kan een stuk minder. Maar die Giulia maakt een mens zo gek, dat je maar al te graag sportief rijdt. En we leven toch maar 1 keer. Dat litertje meer zal de zaak niet maken.

    Beantwoorden
  • 4 januari 2017 om 16:15
    Permalink

    Louis dank, een diesel kost hier wegenbelasting en verzekering 100 Euro meer in de maand dan benzine. 7,1L is gewoon super netjes en moet je dus heeeel veel km per jaar maken om dat met diesel goed te maken.

    Als ze nu nog eens opschieten met de SW 🙂

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.