Column: “Fiat 130, Grootheidswaanzin”

Dat Ferdinand Piëch ooit besloten heeft dat er een über-Volkswagen moest komen, daar kunnen we allemaal smakelijk om lachen. Die Duitse egotripper met grootheidswaanzin. Er moeten heel wat Upjes aan de man gebracht worden om het grote (Phaeton-)gat te dichten. Hetzelfde gebeurde in Turijn eind jaren zestig/begin jaren zeventig. Gianni Agnelli wilde ook wel eens fatsoenlijk achterin een van zijn eigen producten vervoerd kunnen worden. Én natuurlijk van deze gelegenheid gebruikmaken om de Italiaanse politieke (en maffiose…) leiders fatsoenlijke transport te kunnen bieden. Het werd de Fiat 130 Berlina. Destijds zes keer zo duur als de instap-500 en twee keer zo duur als de 125 Special Automaat, de op één na grootste Fiat. De Fiat-badge en de oliecrisis gooiden roet in het eten. Ook de komst van de bloedmooie, door Pininfarina gestylde, Coupé kon het tij niet keren. Aan de auto lag het niet, daar was kwalitatief niks mis mee.

Medio ’95 werd ik door een goede kennis benaderd of ik zijn ‘reserve’ 130 3.200 Berlina wilde ophalen bij zijn vakantiehuis in Cannes. De auto stond daar al jaren stil en dat was achteraf niet de bedoeling. Ik plande het bezoek en nam drie dagen de tijd om de betreffende 130 weer rijdbaar te maken. Bij aankomst in Cannes, zowaar geen straf, bleek alleen de (Bosch) accu te zijn overleden, de rest van de auto verkeerde in topconditie. Na het monteren van een verse batterij en een relaxed testritje door de heuvels van Mougins resteerden ruim tweeënhalve dag uitrusten aan het zwembad. Jullie begrijpen het, het was weer eens ouderwets afzien. Vervolgens ben ik in een grote streep volledig probleemloos teruggereden naar Nederland. Over kwaliteit valt niet te twisten, zelfs niet als er Fiat op staat.

De grote Fiat’s 130 Berlina en Coupé waren projecten die in een fase tot stand kwamen, dat Lancia werd overgenomen. Dit zorgde natuurlijk op klassieke wijze voor typisch Italiaanse wrijving. Dat Lancia eigenlijk het aangewezen merk was voor grote modellen behoefde weinig uitleg, maar Agnelli vond dat het merk Fiat ook op een luxe limousine moest prijken. Dit voorstel voor een Lancia coupé van Ghia, de Marica concept, werd dan ook op het laatste moment afgeketst, hoe mooi dit voorstel ook was. Pininfarina mocht uiteindelijk op verdienstelijke wijze de 130 coupé ontwerpen die in 1971 werd gepresenteerd.

Later dat jaar heb ik met deze dikke, vette bak een internationaal Fiat 130-treffen in Turijn bezocht. Naast een uurtje stevig rondgummen op het dak van Lingotto (dat kon toen nog) sleepte deze centotrenta de prijs in de wacht voor het snelst afleggen van een parcours dat de organisatie had uitgezet op de parkeerplaats voor het hoofdkantoor van Fiat. En dat terwijl ie op papier (Berlina Automaat) het traagst zou moeten zijn. Goed ingereden zullen we maar zeggen ;-).

Prototype ontwerpen van de Fiat 130 uit de jaren ’60.

Onlangs is in Nederland het Fiat 130-gebeuren na een aantal jaar van rust weer ontwaakt: www.fiat130.nl. Ik mag graag op deze site wegdromen en mijmeren over alle mooie herinneringen uit die tijd. Sterker nog, mijn Thema LX is heilig, maar de kriebels om weer zo’n grote über-Fiat te willen bezitten (en berijden!) nemen grootse vormen aan. Hij gaat er komen. Een donkerblauwe 3.200 Berlina Automaat en als het even kan met een schuifdak en lederen bekleding. De vraag is enkel wanneer…

Een gepantserde Limousine-versie voor de paus mocht uiteraard ook niet ontbreken.

Overigens wil ik graag een groot misverstand uit de wereld helpen. Ooit is er door iemand geroepen dat de Fiat 130 een Ferrari-motor zou hebben. Dit resulteerde in een groot aantal sukkels die hun 130 Coupé volplakten met Ferrari-badges. Niets is minder waar. De 2.800 en 3.200 V6 zijn ontwikkeld door Aurelio Lampredi (ook bekend van de bekende 4 cilinder dubbelnokker) en deze beste man had vóór zijn Fiat-tijd een aantal Ferrari-motoren bedacht. Vandaar de verwarring.

Paul van Beukering

Gianni Agnelli’s zwak voor grote ruime Fiat’s, komt het beste tot uiting in deze unieke 130 Familiare ‘Woody’ in Amerikaanse stijl. Agnelli had ook zelfspot wat de 130 betreft en zou tijdens de presentatie van het prototype eind jaren ’60 gezegd hebben: “Ik vroeg jullie om een Mercedes te bouwen maar nu krijg ik een Fiat.”

4 gedachten over “Column: “Fiat 130, Grootheidswaanzin”

  • 18 november 2012 om 09:56
    Permalink

    De vergelijking met de VW Phaeton is niet helemaal terecht. In tegenstelling tot VW had Fiat in zijn geschiedenis wél al grote auto’s in het gamma gehad voor de rijkeren zoals bvb de 2800 van net voor WO2. De 130 is in feite de opvolger van de 1800/2100/2300 reeks. De VW Phaeton kwam gewoon uit het niets.

    Beantwoorden
  • 18 november 2012 om 11:48
    Permalink

    Klopt..maar toch werd fiat ook in italie nooit gezien als merk van grote autos itt lancia en in zekere mate alfa romeo.

    Beantwoorden
  • 19 november 2012 om 12:26
    Permalink

    Wat is dit toch een prachtige wagen. Hoe gaaf moet het zijn om zo’n ding te bezitten (droomt…) en dan hoeft het voor mij niet eens de coupe te zijn! Ik vind het echt eeuwig zonde dat Fiat zich steeds meer op de kleintjes concentreert (maar heel ergens snap ik het wel). Leuke column!

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.