Lancia Beta: Niche product met breed aanbod

We blikken op verschillende manieren terug in de geschiedenis van de Italiaanse auto zoals je weet. Al dit fijne gemijmer kun je teruglezen onder het kopje ‘La Grande Storia’ maar het is alweer een tijdje geleden dat we ons laatste hoofdstuk met de gelijknamige titel hebben geschreven. Dat ging toen over de Lancia Beta, de eerste middenklasser waarmee het huis van Chivasso een serieuze comeback probeerde te maken, sinds het door gebrek aan succes werd overgenomen door Fiat. Daarom waren er behalve de meer alledaagse Berlina en Trevi, ook zelfs vier bijzondere ‘lifestyle’ modellen van afgeleid. Hieronder lees je hoe Lancia met al deze extra Beta varianten geen halve maatregelen nam om weer terrein te winnen. De firma uit Turijn zette hoog in en mikte met de Beta serie zelfs op een internationale doorbraak.

In ons eerste deel heb je kunnen lezen hoe het al moeilijk genoeg was voor Lancia om mensen in eigen land te overtuigen. De Beta was voor Lancia-klanten namelijk op z’n zachts gezegd even wennen. Konden modellen als de coupé en de HPE wel direct op meer fans rekenen? Het was in ieder geval een groot project dat de succesvolle Fulvia (Coupé) uit het geheugen van de mensen moest wissen. Al een paar maanden na de Berlina (autosalon van Turijn) presenteerde Lancia in 1972 op de show van Frankfurt de elegante Beta Coupé. Dit model had een loodzware opdracht voor de boeg met de Fulvia coupé als voorganger. De coupé stond op hetzelfde platform als de Berlina, dat voor de gelegenheid 19 cm was ingekort (2,35m). Misschien gaf Lancia juist daarom dezelfde ontwerper de opdracht. Piero Castagnero verwerkte, hoewel het verder een heel ander ontwerp is, dan ook heel bewust bepaalde herkenbare lijnen van de Fulvia.

De Beta Coupé vertoonde qua mechaniek, ophanging, remmen en motorisch, grote overeenkomsten met de Berlina en was alleen verkrijgbaar als 1600 of 1800. Het interieur was echter totaal onvergelijkbaar; Het dashboard was een stuk eenvoudiger en strakker dan in de ruime gezinswagen. Met meer klokjes (oliepeil, oliedruk, water, stroom) was het bovendien duidelijk dat het hier om een sportievere Lancia ging. Acht in totaal met een gele achtergrond. Opvallend waren ook de twee stoelen achterin, waardoor het een echte sportieve vierzitter was. De Coupé scoorde, meteen goed; Zo’n 12% van de productie was zelfs bestemd voor de Amerikaanse markt. In 1975 volgde net als bij de Berlina een eerste cosmetische aanpassing. De grille veranderde en motorisch werd de 1592 cc vervangen door de 1585 cc en verving de 2.0 de 1.8. De coupé had vanaf toen ook meer luxe te bieden zoals stuurbekrachtiging en elektrisch bedienbare ramen op de optielijst (later ook stuurbekrachtiging). Het dashboard werd wat conventioneler. Lancia durfde ondanks het bescheiden succes van de tweedeurs Beta, het verleden nog altijd niet helemaal los te laten; De Fulvia Coupé 1.3 werd pas in 1976 vervangen door een Beta variant met dezelfde 1300 als in de Berlina. Lancia maakte van deze coupé een economisch model met sterke vereenvoudigingen, zowel technisch als esthetisch. Zelfs de naam was anders; ‘Beta’ werd namelijk bij deze instapper weggelaten. Men had het over de ‘Lancia Coupé 1300′. In 1978 werd de derde serie van de Beta coupé gepresenteerd samen met een licht aangepaste Berlina. De Coupé kreeg zelfs een nieuwe motorkap met een iets verhoogd middengedeelte, waardoor de auto wat brutaler oogde. Met een zijspiegel, ruitenwissers en bumpers in zwart kunststof, paste de Beta Coupé zich aan, aan de laatste mode. De auto kreeg ook nieuwe speciaal ontworpen velgen. De 1300 ging van 1297 cc naar 1301 cc, zodat de veelal Italiaanse eigenaar iets harder mocht rijden. De snelheidslimiet was in Italië destijds namelijk verbonden aan de cilinderinhoud van de auto. Het model van eind jaren ’70 kreeg ook een veel moderner interieur qua dashboard, versnellingspook, stoelen, deurpanelen en stuur. Ondanks de toevoeging van meer kunststof oogt de Beta Coupé rijker. Zo’n 1400 exemplaren van deze derde serie coupé, werden in de Seat fabriek in Pamplona gebouwd. In 1981 verschenen de 2.0 i.e. en de 2.0 VX (Volumex, 135 pk). Deze laatste serie met nieuwe Lancia grille werd nog in Chivasso gebouwd terwijl de Berlina al met pensioen was gegaan. Deze versie had een kleine spoiler op de kofferklep en een spoilerlip onder het frontaal. De VX is behalve de badge in de grille ook te herkennen aan de asymmetrische verhoging vooraan de motorkap om ruimte te geven aan de volumetrische compressor. Na meer dan 10 jaar (1984) ging de Beta Coupé pas uit productie.

De Beta HPE spreekt van alle Beta varianten misschien wel het meest tot de verbeelding; Sportief, stijlvol, praktisch en vooral erg mooi. De High Performance Estate kent z’n oorsprong op de tekentafel van Pininfarina. De lengte komt met 2,54m overeen met die van de Berlina. Tot aan de B stijl komt de aantrekkelijke  HPE exact overeen met de Coupé. De achterzijde met grote klep vormt een heel modern en uniek design. De HPE zag pas in 1975 het levenslicht en had echt als doel om een sportieve vrijtijdsauto te zijn met een zeer praktische kant. Praktisch was deze Beta zeer zeker, want dankzij een neerklapbare achterbank bood de toch vrij compacte auto behoorlijk wat bergruimte. De HPE was aan de voorzijde enkel te herkennen aan omlijsting om de dubbele koplampen. Het interieur was op de achterbank na, vrijwel identiek aan die van de Coupé. De HPE was een doordachte auto, dat blijkt bijvoorbeeld uit de lamellen aan de binnenzijde van de grote schuine achterruit. Hierdoor waren de inzittenden beschermd tegen de zon en had de bestuurder toch voldoende zicht naar achteren. De lamellen vormden misschien ook de inspiratie voor de heel herkenbare kunststof afdekkappen op de C stijlen. Ook dit detail gaf de HPE in 1975 een zeer modern voorkomen. Ook de HPE verscheen eerst alleen als 1600 en 1800. Van de 1600 werden er zo’n 2500 gebouwd, 1400 stuks als 1.8 voor de Amerikaanse markt en minder dan 350 1.8 versies voor de Europese markt. Daarna volgden de nieuwe motoren in de vorm van de 2.0 en een 1600 van 1585 cc i.p.v. 1592 cc. De tweede serie van de HPE kwam overeen met de updates van de Coupé. Dit geldt ook voor de derde en vierde serie. Er werden 1350 2.0 liter modellen gebouwd in Spanje. En ook de HPE sloot af met 2.0 injectie motor en de aantrekkelijke VX. De vierde serie veranderde van naam, HPE werd H.P.Executive (net als de Delta Executive vandaag). Deze was vooral aan de achterzijde herkenbaar aan de voor Lancia typische brede sierstrip met typeaanduiding van geborsteld aluminium onderaan de achterklep, die de nieuwe Delta in die tijd ook had (evenals Beta Berlina, Trevi en Gamma).

De Beta Spider is een meer markante verschijning en eveneens een ontwerp van Pininfarina maar geproduceerd door Zagato in Milaan vanaf 1974. Het model is ondanks de naam geen echte Spider, maar meer een ‘Targa’ model zoals we dat kennen van Porsche. Deze specifieke vormgeving kwam vooral in deze tijd voor in verband met de Amerikaanse wetgeving. Samen met bijvoorbeeld de Fiat X1/9 was dit ietwat vreemde Lancia model dan ook vooral voor de Amerikaanse markt bestemd als lifestyle cabrio. De updates van de Spider volgden tegelijk met die van de Coupé en de HPE. Tussen 1974 en 1975 werden door Zagato 750 exemplaren vervaardigd met 1.6 of 1.8 motor. Daarna ging bij meer vraag de productiekraan verder open en werden er vanaf de tweede serie zo’n 3000 gebouwd met 1.6 of 2.0. De derde serie begon in 1979 als ‘2.0 Special’ (88 pk) speciaal voor Amerika waar de vraag het hoogst bleef. Zagato vierde met dit model haar 50 jarige bestaan. Deze versie was te herkennen aan de zwarte lak en velgen met een gouden striping op de zijkant. De vierde serie heette ook ‘Special’ en had een injectiesysteem en een vermogen van 110 pk. De Spider verscheen nooit met VX motor. De Beta Spider ging net na de Beta Berlina met pensioen in 1982. De Trevi, Coupé en HPE bleven dus nog in dienst tot 1984.

Ondanks de vele kritiek op de Beta vanwege het verkeerde DNA en het verkeerde plaatwerk, is mede dankzij de grote diversiteit, de Beta wél tot op de dag van vandaag het meest wereldwijd ge-exporteerde model van Lancia ooit. Zo’n 21.000 stuks vonden in totaal bijvoorbeel een Amerikaanse eigenaar. Ook qua productie een mondiaal model, want de Beta werd behalve in Italië ook in Spanje, Zuid Afrika en Thailand samengesteld. Voor ons is de moraal van dit verhaal dat Lancia met een dergelijke inzet dus wel degelijk een merk van formaat kan zijn. De nieuwe koers voor het merk kan dus een definitieve doorbraak betekenen (ook al betreft het buiten Europa dan Chrysler). En de Beta Montecarlo zul je je afvragen? Dat is een verhaal apart dat ooit begon met Fiat en Pininfarina en waar we voor nu alleen nog wat foto’s aan wijden.

[nggallery id=538]


9 gedachten over “Lancia Beta: Niche product met breed aanbod

  • 5 februari 2011 om 18:46
    Permalink

    De beta coupe was mijn eerste kennismaking met italiaanse auto’s..
    mijn vader kocht in 1981 (tegen mijn advies in) en 2000 beta coupe uit 1979 met lpg.. ik had net mijn rijbewijs, en ging er stiekum mee op pad.. geweldige sportieve auto.. die stuurt als een knipmes.. daarna meteen italofiel geworden en een oude Alfetta gekocht..

    Beantwoorden
  • 5 februari 2011 om 19:06
    Permalink

    Bij de Beta heb ik altijd het gevoel gehad dat er meer had ingezeten. Om te beginnen was er een ultraslechte start met het goedkoop russisch staal (wiens idee was dat eigenlijk?), sommige modellen waren onderontwikkeld (bvb de Montecarlo) en echte sportieve varianten ontbraken van bij het begin. De VX kwam rijkelijk laat en de 115pk van de ‘standaard’ tweeliter was net iets te mager om te kunnen wedijveren met Alfa’s of BMW’s tweeliters. Die haalden 128-132pk.

    Niettemin en heel mooi gamma auto’s. Het is blijkbaar een constante dat FIAT enthousiast aan iets begint om dan – eens dat het er is – alle aandacht te laten verslappen. Hoe lang is de lijst met modellen waarvan je denkt dat er meer mogelijk was? Buiten de Beta, zijn er de Gamma, de X1/9, de barchetta,…

    Hopelijk hebben ze bij FIAT nu van hun fouten geleerd.

    Beantwoorden
  • 5 februari 2011 om 20:15
    Permalink

    De HPE heeft heel lang op de verlanglijst gestaan. Was misschien wel de eerste echte “sportwagon”.
    De “Monte Carlo” heeft iets speciaals, misschien wel door de Herbie films…..

    Beantwoorden
  • 5 februari 2011 om 20:35
    Permalink

    @Hans75: Oh, de Alfetta. Geweldige auto met veel nostalgie. Mijn moeder heeft er twee gehad en ik kan me de ritjes vanuit Dordrecht naar mijn oma in Baarlenassau nog altijd goed herrineren. Ondanks dat dit een hele lange tijd geleden is. Daar zou ik nog weleens in willen rijden. Ga gelijk op Marktplaats kijken en even lekker wegdromen.

    Beantwoorden
  • 5 februari 2011 om 20:42
    Permalink

    On topic, lekkere auto en zoals Lusso schrijft heeft Lancia hier veel fouten mee gemaakt. Zoveel fouten lijken zo gemakkelijk te voorkomen zijn geweest maar ja het tekend ook de romantiek en het karakter van de oude Italiaanse auto`s. Persoonlijk vergeef ik iedere fout aan een Italiaan in ruil voor karakter en rijplezier.

    Volgens mij hebben ze in Top Gear nog een Beta gereden in de aflevering die geheel aan Lancia gewijdt was.

    Beantwoorden
  • 5 februari 2011 om 21:53
    Permalink

    @Ferry832: Ja en een in Zuid Afrika gebouwde coupé waarmee ze de woestijn overstaken… Maar ik kan me voorstellen dat je die even vergeten bent 😉

    Beantwoorden
  • 5 februari 2011 om 23:10
    Permalink

    Ik moet het verhaal met enige regelmaat nog horen. Omstreeks 1980 (ik ben van 1973) kocht onze sjieke Engelse buurman een splinternieuwe Beta Berlina. Ongeveer tegelijkertijd kocht mijn vader zijn eerste Alfetta (tweedehands). De buurman vond Alfa Romeo’s maar niks en zei dat ze altijd kapot waren. Binnen het jaar was de Beta lange tijd niet te vinden op de oprit van de buurman. Bij navraag door mijn vader bleek dat de Beta forse motorschade had opgelopen…

    Misschien de reden geweest dat mijn ouders altijd Alfa hebben gereden en nooit een Lancia. Misschien is dat weer de reden geweest dat ik vanaf mijn 14e idolaat geweest ben van Alfa Romeo (de volledige naam is eigenlijk veel mooier en hoor je te weinig) en Lancia (en Fiat) werden door mij slechts gedoogd. Pas in 2005 kwam ik er achter dat Lancia minstens gelijkwaardig was en is aan Alfa Romeo.

    Heb eens gelezen (misschien hier) dat de Lanciamotor destijds eigenlijk een constructiefout bevatte. Of was dat van de Gamma (coupe)?

    Beantwoorden
  • 7 februari 2011 om 10:26
    Permalink

    @Il piu migliore: Ik heb nieuws voor je. Lancia is in 105 jaar geschiedenis zelfs bijna altijd hoogwaardiger geweest dan Alfa Romeo. Je moet Lancia’s uit de jaren ’50 en ’60 maar eens vergelijken met de gemiddelde Alfa door onder de kap te kijken, een deur te openen en er in te gaan zitten, je merkt het aan alles zowat (De Alfa rijdt dan vaak weer beter door meer sportiviteit). Alleen in NL is dat beeld van een superieur Lancia nooit echt doorgedrongen (Die Engelse buurman had dus veel kennis), vraag maar aan de gemiddelde Italiaan. Sinds de beide merken van Fiat waren is dat alleen maar nog sterker het geval geweest. De doorontwikkeling van techniek en toepassing van de betere oplossingen voor materialen etc. werden tijdens de tussenfase (na Fiat) vaak toegepast op Alfa’s en tijdens laatste verbeteringen op Lancia.

    Daarom kun je Fiat ook vaak halfgebakken werk verwijten omdat ze het nooit per merk grondig hebben aangepakt. De technici begonnen in een Fiat laboratorium en eindigden in één van Lancia.

    Beantwoorden
  • 13 februari 2011 om 07:16
    Permalink

    De mindere jaren van de Fiat groep waren vanaf 1975 tot 1985.
    Even bladeren in mijn autorekeningen map:
    Een fiat 128 die na 1 jaar letterlijk van ellende uitelkaar viel.
    Een Ritmo die meerdere versnellingsbakken versleet.
    Een Lancia Gamma die niet wou starten ook niet na 20 +bezoekjes aan de dealer plus ook het bekende nokkenas probleem.
    En een Alfa Sud die te snel er 20 jaar oud uitzag. etc etc.

    FGA heeft toen terecht heel wat klanten verloren.
    Dat je product technische problemen heeft kan elk merk overkomen,
    dan is het enige wat de klant tevreden kan stellen een dealer en vooral een importeur die een goede aftersales service verleend en juist daarin heeft ook de Fiat organisatie toen zwaar gefaald en dat is onvergeeflijk.

    Heb momenten gehad dat ik zei “nooit meer een Fiat/Lancia/Alfa”!
    maar als ik dan bij de andere merken ging shoppen had ik steeds zoiets van bleh nee toch maar niet.

    Heb verder altijd erg graag Lancia gereden, de combinatie Luxe,design sportiviteit en technisch hoogstandjes beviel me wel.
    Ik hoop dat De Fiat groep mij in de toekomst weer kan verleiden
    om een nieuwe (echte) Lancia aan te schaffen.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.