Luigi Fagioli: ter nagedachtenis aan een onbekende legende

Het is vandaag exact 60 jaar geleden dat de Italiaanse coureur Luigi Fagioli, zoals zoveel anderen in het harnas stierf. Deze minder bekende coureur deed alles wat veel bekendere coureurs als Fangio en Ascari ook deden en soms zelfs beter. Zijn glansrijke carrière eindigde abrupt in de bekende tunnel van Monaco tijdens de GP van 1952. Het tragische ongeval tegen de muur van de tunnel vond plaats in mei. Fagioli stierf pas drie weken later op 20 juni na een lange strijd tegen zware inwendige verwondingen.

Op 9 juni 1898 werd Luigi Fagioli in een rijk gezin geboren in het plaatsje Osimo, gelegen in de provincie Ancona en regio Marche. Fagioli is een echte pionier in de autosport, samen met talloze Italiaanse sportwagens vanaf de jaren ’20, waarin hij persoonlijk plaats nam. In zijn jonge jaren begon hij al met klim-etappes en was hij zelfs even motorcoureur. In het gebied -niet ver van zijn geboorteplaats- waar hij dat deed (Gubbio), wordt vandaag de dag nog altijd een klimwedstrijd gehouden met de naam “Trofeo Luigi Fagioli” voor het landelijke kampioenschap Rally (sinds 1966).

In 1928 begon hij bij het jonge Maserati en startte hij in de Targa Florio. Hij kreeg als bijnaam de bandiet van Abruzzo vanwege zijn koppigheid en soms woeste temperament (hoewel hij een geboren Marchigaan was die juist ook bekend staan om hun onkreukbare karakter). Voor de gebroeders Maserati won hij de Coppa Ciano op het Montenero circuit in Livorno en even later ook op het circuit van Avellino in het jaar 1930. In 1931 werd Fagioli pas echt bekend toen hij met zijn Maserati 26M een lange strijd aanging met Louis Chiron in een Bugatti Type 51. Het werd een van de meest legendarische races die ooit in Monaco zijn gehouden en waarbij Fagioli nipt verloor. Later dat jaar kon Fagioli zich revancheren in Monza en versloeg hij niet alleen Chiron maar ook de sterke landgenoten Varzi en Nuvolari. In 1932 won hij vervolgens de GP van Rome.

Luigi Fagioli in een Maserati 26M

In 1933 kwam Fagioli’s grote stap naar Alfa Romeo op uitnodiging van teambaas en coureur Enzo Ferrari. Hij verving niemand minder dan Tazio Nuvolari in de Alfa P3 (Nuvolari ging naar Maserati). Hij won al snel de Coppa Acerbo, de Grand Prix du Comminges en de Italiaanse GP. Fagioli werd vaak gezien als een waaghals die onnodige risico’s nam en daardoor ook dikwijls crashte. Maar zijn talent werd overal gezien en Mercedes kocht Fagioli in 1934.

In Duitsland dacht de Marchigaan de eerste keus te zijn, maar er ontstond een klassieke Duits-Italiaanse rivaliteit binnen het team, waarbij Fagioli automatisch de tweede keus werd achter de onervaren Manfred Von Brauchitsch. Fagioli heeft weleens uit woede de auto langs de baan gezet. Fagioli werd telkens ingezet, wanneer zijn Duitse teamgenoten er een potje van maakten. In 1934 won hij opnieuw de Coppa Acerbo en de GP’s van Spanje en Monza. In 1935 volgde een overwinning op Monaco en nog enkele andere wedstrijden, maar de sfeer werd steeds slechter en de confrontaties namen toe. Fagioli stapte zelfs naar Auto Union over om zich te wreken op voormalig teamgenoot Rudolf Caracciola. Tijdens de GP van Tripoli in 1937 (Italiaans Libië), moest hij opnieuw Caracciola voor zich dulden en viel hij de Mercedes coureur na de wedstrijd zelfs aan met een hamer en een mes. Gelukkig konden teamgenoten erger voorkomen. Richting de tweede wereldoorlog bleek ook nog dat Fagioli een ernstige vorm van reuma had waardoor hij lange tijd niet meer kon racen. Iedereen dacht dat de carrière van de ‘Marchese’ ten einde was gekomen.

Maar niets was minder waar; Luigi Fagioli werd de derde ‘F’ in een dreamteam met Fangio en Farina. In 1950 stapte hij met het team van Alfa Romeo in de eerste echte F1 wereldkampioenschap (foto boven). Met de Alfa Romeo 158 werd de toen 52 jarige Fagioli verbazingwekkende derde met 5 podiumplaatsen en in 6 races, op slechts drie punten van Farina. In 1951 werd hij zelfs de oudste winnende coureur ooit. Dat record staat nog altijd. In de Franse GP deelde hij de Alfa met Fangio. Deze glorieuze prestatie werd zijn laatste F1 race.

Fagioli’s Lancia Aurelia B20 na een crash in de tunnel van Monaco

Hoewel je vanaf dat punt zou denken dat deze grote coureur met pensioen zou gaan, kon Fagioli het niet laten. In 1951 deed hij direct weer mee aan de Mille Miglia met en Osca MT4 2AD ‘Siluro Spider’ (eerste in z’n klasse). In 1952 voegde Fagioli zich bij het team van Lancia en werd hij derde op de Mille Miglia met de prachtige Aurelia B20. In deze legendarische race won hij alsnog van de oude aartsrivaal Caracciola. In Monaco kwam zijn carrière dan toch ten einde. Hoewel de Aurelia zich in een crash tegen de tunnelmuur nog behoorlijk goed hield (Fagioli brak daarbij een been en verbrijzelde een hand), waren het de inwendige bloedingen die Luigi Fagioli drie weken later de das om deden (Het stuurwiel bleek vaak dodelijk in die tijd). Het einde van een gedreven Italiaanse raceheld van het eerste uur.

5 gedachten over “Luigi Fagioli: ter nagedachtenis aan een onbekende legende

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.