Mirafiori: ‘Het roerige bestaan van Italië’s grootste autofabriek’

Het is paradoxaal maar waar; Fiat’s toekomst op het oude schiereiland Italië, hangt samen met diens grootste kraamkamer, Mirafiori. Terwijl we dit schrijven is deze toekomst, al evenmin zeker. Exact een jaar geleden vertelden we al dat Mirafiori minder produceert dan ooit het geval is geweest in haar lange soms roerige bestaan. Toen gingen we nog uit van massaproductie voor de merken Fiat en Jeep en inmiddels is de hoop alweer gevestigd op de toekomstige assemblage van luxe personenauto’s (Maserati en Alfa Romeo). Dat laatste zal hoe dan ook in sterk afgeslankte vorm moeten plaatsvinden, in een fabriek waar nu officieel nog rond de 5400 mensen op de loonlijst staan.

Een 17e eeuwse prent van het oude Castello Mirafiori waar later een landhuis verrees en een mausoleum van de gravin Vercellana, die tot op de dag van vandaag bestaan.

Mirafiori; deze prachtige naam heeft overigens alles met deze locatie aan de voet van de Alpen te maken. Op deze plek stond ooit een kasteel, langs de rivier Sangone. Op een paar mijl van de stad Turijn. Om het kasteel lag een enorm park van ongeveer 77 hectare. Carlo Emanuele I, graaf van Savoye, wilde het ten koste van alles hebben, vanwege deze natuurlijke pracht. Het is het jaar 1585, toen hij trouwde met de achttienjarige Caterina van Habsburg, dochter van de Spaanse koning Filips II. In de tuinen groeiden prachtige bloemen en ter ere van zijn jonge gemalin noemde hij het kasteel ‘Mira flores’, wat “aanschouw de bloemen” betekent. Maar het idyllische tafereel werd al spoedig verstoord door het uitbreken van de pest en later de alles vernietigende Franse kanonnen, die Turijn belegden (1640). Vittorio Amedeo II was de laatste koninklijke bewoner in 1741. Hij bouwde nabij het gelijknamige park, het nog altijd bestaande prachtige Stupinigi jachthuis (waar vooral vroeger vaak nieuwe producten van Fiat zijn gepresenteerd). Ongeveer het enige dat vandaag nog getuigt van de koninklijke geschiedenis van Mirafiori. Het complex Mirafiori werd vervolgens de locatie van een grote tabaksfabriek en de tuinen werden een platage. Regia Fabbrica del Tabacco was hofleverancier in dienst van Napoleon. De grond werd na de onafhankelijkheid van Italië eigendom van de minnares van de Italiaanse koning Vittorio Emanuele di Savoia, Rosa Vercellana, bijgenaamd ‘La bela Rosin‘ (Piemontees). Daarna volgde het definitieve verval van wat nog over was van het oude kasteel. In 1875 spoelden, bij een zoveelste overstroming van de Sangone, de laatste resten weg. Er staat nog wel een landhuis en een monumentaal mausoleum voor wat eigenlijk niet meer dan de ‘vrijster’ was van de koning. Wat van het grootse Mirafiori nog rest is eigenlijk alleen de naam.

Het oude stallencomplex dat begin jaren ’30 werd afgebroken op de plek van de latere Fiat-fabriek.

Onderverdeeld in de gebieden noord en zuid, werd deze rand van Turijn al snel gebruikt als industriegebied, in een sterk groeiend jong en dynamisch Italië. Ook Fiat vestigde zich in het noorden van dit gebied (Lingotto). Fiat’s productielocatie in Lingotto werd na de Eerste Wereldoorlog al snel te klein dus ging men zuidelijker kijken, nabij het grote hippodroom en het vliegveld van Mirafiori (dat daar lag tot het einde van de Tweede Wereldoorlog). Op de plek waar de weelderige renstallen van de rijke Torinese industrieel Riccardo Gualino stonden (foto boven), verrees de grote nieuwe Fiat-fabriek van Mirafiori. De sloop van het eigendom van de antifascistische Gualino, kwam op bevel van het regime van Benito Mussolini. In 1936 werd onder leiding van Bonadè Bottino de nieuwe autofabriek gebouwd. Ook het hoofdkwartier in Lingotto werd drastisch gemoderniseerd, inclusief een testbaan op het dak.

Op 15 mei 1939, werd op de rand van een nieuwe grote oorlog, het complex in gebruik genomen, in aanwezigheid van ‘il Duce’. Omdat het regime van de dictator z’n beste tijd al had gehad, werd zijn opzwepende redevoering, slechts met gemor ontvangen. De vele katholieke en communistische arbeiders, hadden bovendien afgesproken om niet de Romeinse groet te brengen, wat uitzonderlijk en strafbaar was in het ‘Ventennio’. Mussolini, die overigens al enigszins demonstratief in een Alfa Romeo arriveerde -een product van Fiat’s grootste toenmalige concurrent- zou daar erg verbolgen over zijn geweest en zei bij zijn vertrek uit de stad; ‘Torino, porca città!’ (Turijn, de vuile rotstad!).

Mirafiori net na de opening in 1939.

De nieuwe fabriek had destijds een oppervlak van ongeveer 300.000 vierkante meter. De assemblagehallen besloegen 200.000 m² en die voor de productie van motoren 30.000 m². De eetzaal bood plaats aan 11.000 man en was op verzoek van de ‘Duce’ voorzien van radio en verwarming. Een moderne fascistische fabriek, was volgens hem namelijk niet een plek waar voedsel wat vluchtig naar binnen werd gewerkt. Naast de fabriek lag ook nog eens een terrein van 270.000 m², waar door het personeel gerecreëerd kon worden, compleet met parkeerplaatsen, café, zwembad, tennis- en ijsbaan en andere sportvelden.

Maar het was allemaal slechts schone schijn, want de circa 20.000 arbeiders die naar Mussolini’s speech luisterden, wisten in die tijd al dat ze opnieuw in een oorlog werden gestort en dat de lonen alleen maar verder omlaag zouden gaan. Er werden militaire voertuigen geproduceerd in plaats van auto’s. In 1940 werd op 11 en 12 juni een bombardement uitgevoerd dat weinig schade toebracht. In 1942 werd de fabriek nog eens driemaal gebombardeerd door de Amerikanen, met veel grotere schade tot gevolg. In 1943 ging het personeel over tot een massale staking en werd er op dagen van productie volop gesaboteerd. Toen kwam de bevrijding en de val van het fascisme.

Na de eerste tien uiterst moeilijke jaren, brak een gouden tijd aan. Tussen 1946 en het begin van 1948 werd nog de vooroorlogse Fiat 500A ‘Topolino’ gebouwd, in drie verschillende varianten. Mussolini gaf in de jaren ’20 al aan Agnelli de opdracht, om Italië te motoriseren middels de productie van een kleine goedkopere auto. Dit lukte dus pas echt in de periode van de wederopbouw. In de eerste jaren volgden ook de 1100E, 1100 B, 500B, 1500 D en 1400. In de jaren ’50 werd het pas echt druk in de fabriek en bouwde men de 600, de Nuova 500 en in de jaren erna ook nog de 850, 124, 127 etc.

De productie van de 500 ‘Topolino’ en later ook de Nuova 500.

Tussen 1956 en 1958 werd de omvang van het complex door de enorme vraag zelfs verdubbeld. Toch kwam ook aan deze voortvarende tijd een eind, toen in de jaren die volgden de ontevredenheid toenam over de rol van de fabrieksarbeider. De werkruimte voor de gewone man werd steeds kleiner en machines namen het grootste deel van het werk over. De 100.000 man tellende fabriek had zijn langste tijd gehad, als het om mankracht ging. Ook in andere Fiat-fabrieken zoals die in Rivalta, vond dit proces plaats. Maar liefst 30% van het personeel kwam in 1967 al op straat te staan omdat zij geen productiewerk deden, maar andere taken vervulden die inmiddels volledig geautomatiseerd waren. Tussen dat jaar en begin jaren ’70, ging het personeelsbestand van 46.000 naar 38.000. De automatisering en vervolgens de oliecrisis zorgden voor vele stakingen en soms harde protesten. In 1969 vond de zogenaamde ‘hete herfst’ plaats en kwam het tot rellen met de politie voor de poorten. De onrust kwam zelfs tot in de fabriek, waar vernielingen plaatsvonden (foto).

Zelfs de assemblagelijn van de Fiat 500 was niet veilig meer tijdens de stakingen van 1969.   

In de jaren ’80 kwam de bloei onder Vittorio Ghidella weer terug en zelfs in de jaren ’90 mocht men nog niet klagen in Mirafiori. De bouw van de Panda, Uno, Y10 en tal van andere modellen zorgden weer voor volle stadsbussen met werknemers, die dagelijks af en aan reden. In 1993 werd de fabriek voor het laatst drastisch gemoderniseerd, voor de bouw van de Fiat Punto. Mirafiori was toen een van de modernste fabrieken ter wereld en is vandaag ongeveer de oudste nog werkende. Het complex van 2 miljoen vierkante meter bevat 20 km aan assemblagelijnen en 11 km aan ondergronds gangen, die de secties met elkaar verbinden. Het hoofdkantoor aan de Corso Giovanni Agnelli telt 5 verdiepingen en is 220 meter lang. Het gebouw is afgewerkt met typisch wit gesteente uit het Ligurische Finale. Er werken in totaal nog 12.000 mensen in en rondom Mirafiori, waarvan 5431 man (28,3% is vrouw), toebehoort aan Mirafiori Carrozzerie. Het overgrote deel zit nu ’tijdelijk’ thuis op basis van een sociale regeling (‘cassa integrazione’).

Inmiddels is de productiviteit op grote schaal al lang uit Mirafiori weggevloeid en zijn er plannen om de grote logistieke afdeling naar de lege fabriek van Rivalta te verplaatsen. Sinds 2000 is de productie in Mirafiori enkel afgenomen. De bouw van de nieuwe Punto bood even hoop, maar was slechts tijdelijk. Een deel van de oude fabriek zal in aanmerking komen voor vernieuwing in 2013. Naast de productie van luxe auto’s voor de export vanaf 2014, is er geen uitzicht op de bouw van andere massaproducten dan de huidige Alfa Romeo MiTo. Behalve dit model vormden de mini-MPV’s Idea en Musa de belangrijkste productie van de afgelopen tien jaar. Even daarvoor vervulde Mirafiori ook al de rol van aanvullende productielocatie voor luxere auto’s nadat Rivalta werd gesloten (Lybra, 166, Thesis). Vanaf midden jaren ’90 speelde de productie van de Marea (foto) en de Multipla een belangrijke rol. Het plan om compacte Crossover’s te bouwen (Fiat en Jeep) is wat Mirafiori betreft van tafel en zoals gezegd rekent men nu op de productie van luxe auto’s (Maserati Levante).

3 gedachten over “Mirafiori: ‘Het roerige bestaan van Italië’s grootste autofabriek’

  • 11 december 2012 om 22:01
    Permalink

    Als je zwart kijkt, dan constateer je dat de modellen die in aantocht zouden moeten zijn zich allemaal nog in een vrij pril stadium bevinden en dus nog makkelijk geannuleerd kunnen worden. Het voortbestaan van de fabriek komt dan opnieuw in gevaar.

    Als je door een roze bril kijkt zijn al die aangekondigde modellen een succes, maar luxe auto’s doen kleinere aantallen dan Uno’s, Punto’s e.d.

    Ik ben bang dat ondanks alle plannen de Torinese auto-industrie zich de komende jaren geen nieuwe gloriejaren zal kennen. 🙁

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.