Test Abarth: Punto Evo met zwarte bromsnor

Abarth Punto Evo

We hebben de 1.4 met Turbo en MultiAir-systeem nu al op velerlei manieren mogen meemaken en telkens bleef onze ervaring met de 170 pk sterke MiTo QV daarbij erg goed in het geheugen gegrift. Dat was een gooi en smijt Alfa met geweldige rijeigenschappen. Toch moet nu gezegd worden dat er een serieuze tegenhanger is uit dezelfde sportieve hoek van de Fiat Group, die ons ernstig doet twijfelen over wie nu de absolute lijstaanvoerder is wat deze krachtbron betreft… En dan hebben we nog niet eens de sterkste EsseEsse (180 pk) aan de tand mogen voelen. De Abarth op basis van de B-segment Fiat doet absoluut niet onder voor de Alfa en brengt je dus zelfs aan het twijfelen. Daarom lees je hier eigenlijk iets dat lijkt op een vergelijkingstest.

Abarth Punto Evo voorkant

De Punto Evo is voor wie de Grande Punto zo prachtig vond misschien geen stap vooruit geweest, maar wat de Abarth betreft mag je toch wel zeggen dat ‘evolutie’ vaak iets goeds is. De auto ziet er veel brutaler uit en heeft iets weg van een piranha op vier wielen. Klein en bloeddorstig. Er zijn een aantal zaken die ervoor zorgen dat je deze auto heel erg serieus moet nemen; Optisch is het de strakke belijning van de Punto, die nu nog mooier tot z’n recht komt dankzij donkergetint glas (mooi in contrast met het ‘1949 White’), donkere koplampunits en fraaie bebumpering met luchthappers. De rode zijspiegels en striping, in combinatie met die prachtige ‘scorpione’-velgen, zorgen ervoor dat iedereen ziet dat dit geen gewone Punto is, ja zelfs geen Fiat. Daarom merk je ook aan alles dat dit een typische Italiaanse eye-catcher is.

Abarth Punto Evo achterkant

De heerlijke gekuipte stoelen van Sabelt (gelukkig nu ook verkrijgbaar op de MiTo QV) zorgen eenmaal binnen dat je diezelfde sportiviteit blijft ervaren (evenals het mooie klokwerk). Helemaal als je de 165 pk sterke 1.4 (1368 cc) met Garrett GT1446 turbocompressor en intercooler start; ‘Mamma mia, che bel rombo!‘  Een diep donker brommend geluid dat veel goeds belooft. Bovendien zie je bij de pook een robuust schakelaartje waarmee je naar de sportstand kunt. Abarth heeft z’n eigen DNA systeem maar dan zonder die nutteloze ‘A’ die we toch al nooit gebruiken. Abarth staat dus duidelijk voor volboed sportiviteit. De auto voelt laag en robuust en stuurt heerlijk direct. Heel direct is ook de respons die je krijgt als je het gas intrapt. Accelereren is met deze 1185 kilo zware auto een lichtvoetig gebeuren en er lijkt bovendien nooit een eind aan te komen (max. koppel 250 Nm bij 2500 toeren). Hoewel de minstens 4000 euro duurdere MiTo QV 5 pk meer heeft, is het de Abarth die sneller aanvoelt. Cijfermatig is bijna alles hetzelfde inclusief de sprint van 7,5 seconden naar de 100, toch voelt de ‘Scorpione’ wat brutaler aan dan de ‘Biscione’. Waarschijnlijk heeft dit puur met de karakteristieken te maken die we hierboven hebben beschreven en hebben we het hier alleen maar over een gevoelsmatig iets. Ook deze auto heeft stevige Brembo’s en het verschil zit ‘m ook niet in het bochtenwerk. De automatische TTC (Torque Transfer Control) zorgt voor een optimale dynamiek bij het uitkomen en het weer op het gas gaan. De handmatige zesbak voelt bijna altijd exact. Het verbruik bij onze rijstijl herkennen we al van andere ritten, zoals bij de Quadrifoglio Verde, en zorgt ervoor dat we met deze afgetrainde 1.4 zo’n beetje de 11 kilometer halen per liter. Maar vrees niet, je kunt ‘m ook een stuk zuiniger rijden.

[nggallery id=601]

De enige kritiek die je op deze plezierauto eventueel kunt hebben, is dat het geen auto is voor op het circuit. Maar Abarth is dan ook ooit bedacht om de gewone Fiat van een dot slagroom te voorzien, waardoor het allemaal even lekker is en je het gevoel hebt dat het iets speciaals is. Dat is dan ook anno nu weer helemaal het geval met de dagelijkse traktatie die je zou krijgen, als je voor 22.990 euro een dikke Abarth Punto Evo gaat halen bij de dealer. Op de weg bleek de PE met zwarte ‘snor’ een geduchte tegenstander van wie met een veel grotere motorinhoud het ‘Fiatje’ even voorbij wilde steken. Wat dat betreft is het oorspronkelijke idee achter de schorpioen evenals bij de 500 en 500c versies, op zeer geslaagde wijze in ere hersteld. Deze Punto Evo wekt dus als een echte Abarth de illusie dat het optimale prestaties biedt van echte sportwagen. Daarmee vinden wij ‘m de absolute nummer één in combinatie met de 1400 motor met MultiAir. Daarom is de Punto Evo eigenlijk de tip van de dag voor de Alfist die twijfelt over de MiTo. Het is namelijk een echt hebbeding!

[nggallery id=602]

4 gedachten over “Test Abarth: Punto Evo met zwarte bromsnor

  • 23 mei 2011 om 09:47
    Permalink

    Ik ben groot Alfa liefhebber, mijn vriendin heeft inmiddels een MiTo. Maar ik kan niet ontkennen dat de Punto een “strakke bak” is. Het ontwerp van deze is meer in balans dan de MiTo. Maar verlaag je de MiTo, schroef er dikke 18″ onder en de juiste kleur erop….

    Beantwoorden
  • 23 mei 2011 om 09:58
    Permalink

    Ik heb liever dat kopers die twijfelen aan een Clio RS of het verre neefje Corsa OPC eens gaan rijden met Punto of MiTo. Een vergelijkingtest tussen deze auto’s zou leuk zijn.

    Beantwoorden
  • 23 mei 2011 om 18:45
    Permalink

    ik vindt de punto evo geweldig,in begin tywijfelde ik ook,maar dit is weg nu,ik vindt trouwens altijd fiat uitstekd,ik rij er twee,met meer dan 200.000km op de klok

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.