Fiat Rivalta: Hoe een hypermoderne fabriek ten onder is gegaan

Rivalta

Rivalta di Torino, kortweg Rivalta is de gemeente waarin Fiat tot 2002 de belangrijkste productielocatie van Turijn gevestigd had na Mirafiori. De grote fabriek staat nog altijd aan de Via Primo Maggio in het gehucht Tetti Francesi, wat eigenlijk ten zuiden van Rivalta ligt op 2 kilometer van het plaatsje Piossasco. Hier, vlakbij Grugliasco en Orbassano, stond een van de vele bolwerken van Fiat in het industriële gebied van de Piemontese hoofdstad. En niet de minste want bij Fiat Rivalta werd de eerste hypermoderne volautomatische ‘Robotgate’ productielijn opgebouwd in 1978. Nog altijd prijkt het oude Fiat SpA logo op de imposante loopbrug die over de weg de twee enorme fabriekscomplexen met elkaar verbindt over een oppervlakte van 2291 m². Deze locatie onder de rook van Turijn met in het westen de Alpen als indrukwekkende panorama op de achtergrond, vertegenwoordigde het modernste Fiat en lag heel strategisch op een steenworp afstand van snelwegen naar het zuiden en het noorden. Rivalta was de eerste compleet geïntegreerde Fiat-fabriek met naast de daadwerkelijke productie ook een ontwikkelings- en testcentrum.

fiat rivalta

In 1967 lag hier met de assemblage van de succesvolle voorwielaangedreven 128, de hoopvolle toekomst van Fiat, dat tegelijkertijd aan de vooravond stond van een diepe economische (olie)crisis. Helaas zou dit voor Fiat Rivalta niet het laatste dieptepunt zijn. Maar voordat die eerste crisis kwam produceerde de fabriek maar liefst 1500 Fiat 128 modellen per dag. Er werkten toen alles nog goed ging, zo’n 16.000 werknemers in Rivalta, de meesten kwamen oorspronkelijk uit Zuid-Italië. In die jaren produceerde Fiat in totaal bijna 1,5 miljoen auto’s in Italië. Helaas zou dit niet zo blijven in de jaren die volgden, want na een aanhoudende crisis besloot Fiat voor de vooruitgang te kiezen en verdwenen er onder luid protest vele banen, omdat robots de plaats van werknemers op de lasafdeling zouden gaan innemen. In 1978 vond dit voor het eerst in de wereld plaats in Rivalta en werd deze productiewijze op de al even moderne Fiat Ritmo toegepast. Daarna volgden in de jaren ’80 onder leiding van Vittorio Ghidella ook de eerste Uno en vervolgens ook de Tipo. Fiat was mede dankzij Fiat-Rivalta vanaf eind jaren ’70 tot eind jaren ’80 uitgegroeid tot de modernste autobouwer van Europa en hoorde bij de top van de wereld.

Maar in de jaren ’90 kwam toch het geleidelijke verval en miste Fiat de aansluiting op een steeds internationaler opererende mondiale autoindustrie. Rivalta schoof intussen steeds meer naar de functie van productielocatie voor luxere auto’s. Daarmee zouden voor het eerst Lancia’s geproduceerd worden in Rivalta, omdat het merk intussen steeds minder te vinden was in de fabriek van Chivasso aan de andere kant van Turijn. Welbeschouwd zien we hier het begin van een structurele afname van autoproductie in Turijn. De laatste series van de Delta en de Prisma (voorheen in Chivasso) de nieuwe Dedra, de Kappa berlina (SW bij Pininfarina in Grugliasco en ‘K’ coupé kwam nog bij Maggiora tot stand in de voormalige Lancia-fabriek van Chivasso) rolden in Rivalta van de band. Maar zoals gezegd was er sprake van een neerwaartse spiraal en rolden er steeds minder auto’s van de band aan de Via Primo Maggio. Onder protest van werknemers en bonden bedacht Fiat telkens nieuwe manieren van outsourcing om zoveel mogelijk werknemers naar andere bedrijfsonderdelen over te laten plaatsen of zelfs naar andere bedrijven. Intussen veranderde daarmee ook steeds meer de functie van het ooit zo voortvarende Rivalta.

alfa 166 rivalta

In de nadagen van deze fabriek bouwde men er ook de eerste Alfa Romeo, in de vorm van de grotere 166. Dit gebeurde naast de luxe middenklasser Lancia Lybra. Deze hoogwaardige modellen staan symbool voor steeds kleinere productieaantallen en steeds minder werknemers. De Lancia Thesis staat ook gelijk aan deze lage aantallen en werd op de valreep de laatste creatie die erbij kwam, in een tijd dat er nog maar 3500 werknemers actief waren in de fabriek van Rivalta. Fiat stond als geheel intussen op de rand van de afgrond en moest hals over kop de productie van deze drie grotere personenauto’s naar Mirafiori verplaatsen een eindje verderop. Hierdoor kon de fabriek over worden gedragen aan Fiat AVIO, voor de bouw van onderdelen voor de vliegtuigindustrie. Het einde van een grote Fiat-fabriek die maar 35 jaar bestond verliep bijna in stilte. Vandaag de dag staat Fiat in thuisbasis Turijn nog altijd voor de uitdaging om het tij te keren. Iets wat meer dan ooit mogelijk is dankzij de overname van Chrysler, maar zeker niet gemakkelijk zal zijn in het door een schuldencrisis getroffen Italië dat altijd grillig is van karakter.

7 gedachten over “Fiat Rivalta: Hoe een hypermoderne fabriek ten onder is gegaan

  • 1 februari 2012 om 12:40
    Permalink

    EDIT: Klopt! Bedankt voor de attentie il fiammingo. De info was nogal een schraapwerk. Zo zie je hoe weinig kostenbesparend zo’n K tot stand kwam met drie locaties voor een auto met nagenoeg dezelfde basis ❗ 😯 En dat is nog maar een jaar of 15 geleden dat het zo ging bij Fiat.

    Beantwoorden
  • 2 februari 2012 om 08:14
    Permalink

    Ja, produktieplanning was niet hun sterkste kant. Er werden ook té veel verschillende platformen ontwikkeld wat handenvol geld heeft gekost. Zo had bvb de Thesis op het platform van de 166 moeten staan, maar uiteindelijk was het zo’n doorontwikkeling dat het niet te vergelijken was. Met de lage aantallen van de Thesis was dat dus een financiële ramp.

    Beantwoorden
  • 2 februari 2012 om 10:03
    Permalink

    Bedankt Lusso. Ik geloof trouwens dat de een deel van de Kappa productie ook nog even in het oude Borgo San Paulo heeft plaatsgevonden wat nu tegen de vlakte is gegaan.

    Onderschat hierbij trouwens ook niet de macht van de bonden in Turijn, die is rampzalig. Als iemand van de FIOM het hoofdkantoor van Lingotto binnenloopt maakt heel het dienstverlenende personeel een diepe buiging..

    Voor een auto als de Thesis had men simpelweg niets in huis en is men tegen beter weten in toch gaan ontwikkelen. Waarom? Nou gewoon omdat die auto er moet komen zei men bij Lancia. We bouwen er toch maar 5000. Oh, ok, zei de algemene directie door de telefoon.

    Beantwoorden
  • 16 mei 2014 om 14:43
    Permalink

    Prachtig verhaal en ondanks dat het lang geleden is wil ik er toch iets op zeggen. Vorig jaar augustus besloot ik (mede door dit verhaal!) de fabriek (ook andere in de buurt, waaronder die van Lancia in hartje Turijn alsmede Lingotto en Mirafiori) te gaan bekijken. Ook omdat mijn Lancia Delta vvt daar wel eens gebouwd had kunnen zijn.
    Ik heb de fabriek echter vanaf km afstand kunnen bekijken en wel 2 uur lang. De reden was dat ik het carter stuk reed op een veel te hoge drempel in Piossasco. Achteraf bleek de scheur op een gunstige plek te zitten, net boven de uitlaat doorgang waar het carter hoger zit. Dit heeft mijn nieuwe motor gespaart. Ik begon mij wel af te vragen of de auto er misschien helemaal niet terug wilde.
    Leuke is dat ik werd opgehaald door een sleepwagen die bestuurd werd door iemand die een HF integrale bezit en in Chivasso woont. Dat werd dus een lang en leuk gesprek want die heb ik ook maar voor deze was de rit te lang.
    Bottom line: deze artikelen maken aardig wat los.

    Beantwoorden
  • 16 mei 2014 om 19:24
    Permalink

    @Michel bedankt voor je mooie getuigenis. Juist om deze beleving zoals jij die ook hebt maken we dit soort verhalen. Het omschrijft precies wat de liefde voor Lancia en andere Italiaanse merken teweeg brengt in mensen. 8)

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.